vrijdag 10 juli 2015

Bijna helemaal vega

"Ik ben Eduard en ik ben nu 3 jaar vegetariër."  Dat is keihard gelogen, want Eduard eet wel degelijk af en toe vlees.  Tegen vrienden noemt  hij zichzelf gewoonlijk flexitariër. Eduard is via Facebook bij een veganistisch potluck-diner beland, hier zitten tien man en vrouw op de grond in de gedeelde woonkamer,  rondom de verzameling meegebrachte potjes en pannetjes. Het blijkt een gezelschap van maatschappijkritische mensen, waar hij zich best thuisvoelt. Maar als bij het voorstelrondje de een na de ander vertelt hoeveel jaar ze al veganistisch zijn, kan Eduard het niet over zijn hart verkrijgen om zijn vleesconsumptie toe te geven.
Volgens een onderzoek van het Voedingscentrum eet 55% van de Nederlanders flexitarisch. De motivatie om minder of geen vlees eten komt voort uit politieke, milieu- of gezondsheidsoverwegingen.  Maar vlees eten is ook een cultureel bepaald fenomeen. Nu de vanzelfsprekendheid van vlees tanende is onder invloed van voedselschandalen en aandacht voor dierenwelzijn, vinden we vegetarisch niet meer raar en schieten de vegarestaurants als paddestoelen uit de grond. 
En zolangzamerhand neemt de voorheen verdrukte vega wat macht over: er ontstaat sociale druk om vlees en vis  te laten staan. Inmiddels wordt de Vegetariër gewaardeerd  om zijn eetgedrag door een toenemende meute Vleesminderaars. Dit is de doelgroep van de vegetarische slager, die groot succes heeft met zijn op vleesch gelijckende gehacktbal en biefstuckreepjes. Trendvolger Albert Heijn springt uiteraard in op deze vegabeweging en biedt steeds meer vleesvervangers in het schap. En alsof men de sociale ontwikkelingen wilde accentueren is in Wageningen een hoogleraar vleesvervangers aangesteld.
Ook de politiek heeft de trend opgepikt en promoot Meatless Monday onder de bevolking in het kader van duurzaamheid. Andere openbare instellingen volgen, de nieuwe norm kruipt langzaamaan de maatschappij in. Zoals met iedere verandering worden nu ook de sociale druk en de weerstand daartegen zichtbaar. Zoals op de Radboud Universiteit in Nijmegen:  de recente invoering van Meatless monday in campusrestaurant Refter werd door een grote groep studenten afgedaan als betutteling en symboolpolitiek.  Eén van de inhoudelijke bezwaren is dat er geen vervanging geboden wordt.
Onze maaltijd draait blijkbaar dermate om vlees, dat we, om geen vlees te teten, een nepvariant nodig hebben. Echte vegetariërs lachen hierom. Zij kennen hun voedsel en weten hun aminozuren te combineren tot een volwaardige maaltijd. De flexitariërs hebben daar nog iets bij te leren.

Meer lezen


Geen opmerkingen:

Een reactie posten