woensdag 3 juli 2013

Halleluja Hobbemaplein!



Maandag, woensdag en vrijdag kriebelt het bij mij. Dan wil ik zwerven tussen de kraampjes, voelen aan etenswaren en ouwehoeren met Marokkaanse marktkoopmannen die me heel Haags ‘mufrohwtje’ noemen. Zaterdag is de Haagse markt ook open, maar dan struikel je letterlijk over djellaba’s, zakkenrollers en boodschappenkarretjes.  Te druk dus.
Haagse MarktDe andere dagen overheerst het aanbod: die mix van alles wat Den Haag te bieden heeft en dat vertaald in eten. Verse vijgen, okra’s, bakkeljouw, 50 soorten garnalen en levende krabben. Kleingeld op zak en shoppen maar.
Ik vind alles wat ik wil uitproberen, en ben ook nog eens dol op het dorpsgevoel dat een markt met zich meebrengt. Op koude dagen klagen publiek en verkopers gezellig samen, de koffiekar fungeert als boodschapper, en buren lopen aan het eind van de verkoop steeds harder tegen elkaar op te bieden.

Zowel mijn Nederlandse als internationale gasten vinden de Haagse Markt  altijd een attractie. 
Met mijn nichtje bezoek ik nog de kledinghoek, drogisterijartikelen zijn er natuurlijk ook in overvloed, maar ik ga toch echt voor de internationale etenswaren en vertrek met een hoeveelheid voor een weeshuis. Ik sluit dan wel af met een traditionele kibbeling.

maandag 4 maart 2013

Gans het land in rep en roer

Ophef over eten levert interessante bijverschijnselen op. Paardenvlees bijvoorbeeld was nog nooit zo populair. En zodra een eetbaar wezen op een lijst met beschermde diersoorten dreigt te komen, zoals paling, dan zijn we met z'n allen ineens weer heel benieuwd naar de smaak.
GanzenZelf heb ik mijn eigen schaamtevolle eetgeheimpje: als gevolg van alle ophef over foie gras een jaartje of tien geleden was ik toch erg nieuwsgierig geworden. Als mensen zoveel moeite doen voor een stukje eten, dan moet het wel bijzonder zijn. Bij de eerste beste trip naar Frankrijk vatte ik het plan op om winkels en de menukaarten af te speuren naar dit mysterieuze goedje. Ik verwachte dat ik een achteraf steegje fluisterend moest gaan onderhandelen. Dat viel enorm mee. De eerste stop in een provinciaal stadje zaten we op een rustiek plein en direct onder voorgerechten stond ie al: gefrituurde foie gras.
Sorry? Gefrituurd?
Jawel, de exquise ganzenleverpaté die op m’n bord kreeg was inderdaad heel kort ondergedompeld geweest in gloeiend hete olie.
En ooooooh, wat kreeg dit stuk politiek incorrect voer daar een fijn croquant korstje van. Vergelijk het maar met het stuk tikken van je crème brulee: het moment dat je vork door dat robuuste laagje heenwerkt om de romige zachtheid van de warme paté te onthullen. Het geheel werd geserveerd met cranberry's, en de presentatie was absoluut op z’n plattelands. Maar nooit, nooit vergeet ik dat eerste hapje, de verfijndheid die mijn smaakpapilllen streelde. Mijn schuldgevoel sluimert echter nog steeds en vervuilt de herinnering aan de smaak.
Inmiddels hebben mijn principes dus toch de overhand gekregen en beperk ik me in de Mediterranee tot reguliere foies. En ach, die zijn ook heel ok.