woensdag 3 juli 2013

Halleluja Hobbemaplein!



Maandag, woensdag en vrijdag kriebelt het bij mij. Dan wil ik zwerven tussen de kraampjes, voelen aan etenswaren en ouwehoeren met Marokkaanse marktkoopmannen die me heel Haags ‘mufrohwtje’ noemen. Zaterdag is de Haagse markt ook open, maar dan struikel je letterlijk over djellaba’s, zakkenrollers en boodschappenkarretjes.  Te druk dus.
Haagse MarktDe andere dagen overheerst het aanbod: die mix van alles wat Den Haag te bieden heeft en dat vertaald in eten. Verse vijgen, okra’s, bakkeljouw, 50 soorten garnalen en levende krabben. Kleingeld op zak en shoppen maar.
Ik vind alles wat ik wil uitproberen, en ben ook nog eens dol op het dorpsgevoel dat een markt met zich meebrengt. Op koude dagen klagen publiek en verkopers gezellig samen, de koffiekar fungeert als boodschapper, en buren lopen aan het eind van de verkoop steeds harder tegen elkaar op te bieden.

Zowel mijn Nederlandse als internationale gasten vinden de Haagse Markt  altijd een attractie. 
Met mijn nichtje bezoek ik nog de kledinghoek, drogisterijartikelen zijn er natuurlijk ook in overvloed, maar ik ga toch echt voor de internationale etenswaren en vertrek met een hoeveelheid voor een weeshuis. Ik sluit dan wel af met een traditionele kibbeling.